37 jaar lidmaatschap, maar niet het oudste lid!
Het is 1965 en er wordt een zwembad van 50 meter lengte
gebouwd in Beverwijk. Het schoolzwemmen is net in Nederland geïntroduceerd. Ik
zit in de 6e klas van de lagere school. Tijdens dit schooljaar krijg
ik te maken met een auto-ongeluk en breek mijn dijbeen op twee plaatsen. Na een
lange tijd gespalkt in het gips gelegen te hebben, mocht ik op een gegeven
moment weer lopen en . . .
sporten, maar géén veld- of zaalsporten hadden de artsen gezegd. “Ga
maar zwemmen,” zeiden de doktoren, maar ondergetekende kon helemaal niet
zwemmen! Het leek mij een vreselijke hobby of sport.
Uiteindelijk toch maar op les en . . . het
was eigenlijk best wel leuk. Ik had binnen zeer korte tijd mijn A-, B-, en
C-diploma te pakken bij KZC. Binnen KZC liepen toentertijd ene meneer en mevrouw
Smits rond, die op dat moment de zwemploeg van KZC trainden. Blijkbaar hadden
zij mij zien zwemmen en vroegen aan mij en mijn ouders of ik het leuk zou vinden
om te komen trainen bij de wedstrijdzwemploeg van KZC.
Korte tijd later zwom ik voor het eerst bij de B-selectie, die op dinsdag- en
donderdagochtend van 07.00 uur tot 08.00 uur trainden. Twee maanden heb ik dit
slechts gedaan en toen mocht ik naar de A-selectie, oftewel gemiddeld 4 x per
week trainen van 06.00 uur tot 07.00 uur. Dat was niet altijd gemakkelijk om de
wekker om 05.00 uur af te laten gaan en een fietsrit naar het zwembad te
ondernemen samen met mijn broer Johan.
Mijn eerste trainers waren dus de heer en mevrouw Smits. Uit die tijd ken ik dan
ook o.a. Frasquita, Hans en Jolanda Smits, Joost Dekker, Janny de Vries, Atie,
Marja, Jan, Leo en Piet (?) van den Hoorn, Ernst Steltenpöhl, Jos en Hella
Poldervaart, Elly van Eerden, Annelies Dirks, Cora de Goede, Leo Sinkeldam, Hans
Prins, de zussen Blaauw en Herlaar, enz. enz. té veel om op te noemen!! In die
begintijd zwom ik ook mijn eerste langebaantocht. Het was een prestatietocht (de
enige in mijn hele zwemcarrière!) van 1.000.000 millimeter, uh sorry, 1
kilometer in de haven van Enkhuizen. Na 500 meter moest je keren bij een boot,
die dwars in de haven lag en dan gleed je zo lekker weg van die ronde romp als
je probeerde af te zetten.
Later trainde ik onder George Sieverding. In zijn tijd kwam
er op zaterdagochtend nog een conditietraining bij in het Heemskerkse duin en
’s middags nog een zwemtraining in de breedte van het bad. Hij leerde mij met
name de vlinderslag aan, rugslag was mijn andere specialiteit. Tja, en als je
dat kan, dan ga je automatisch wisselslag zwemmen in de B-competitie, die wij
toen als heren zwommen. Twee jaar achter elkaar zijn wij 3e geworden
in deze landelijke competitie en onze dames presteerden het zelfs om in de A-competitie
te zwemmen! Ik heb in mijn zwemjaren vijf keer aan de Nederlandse
Kampioenschappen meegedaan, ben vele malen Kringkampioen geweest in mijn
leeftijdsklasse en ook algemeen clubkampioen van KZC. Voor de N.K.’s gingen
wij altijd 3 weken in trainingskamp in Winkel. Eerst de schapenuitwerpselen
verwijderen en dan de tenten opzetten op een grasveld, waar wij dan 3 wekenlang
bivakkeerden. Elke dag werd er 3 keer een zwemtraining gedaan en 1 keer een
conditietraining. Allerlei persoonlijke gegevens moest je bijhouden in een
logboek. Van je hartslag ’s morgens vroeg als je uit je slaapzak kwam, tot de
afgelegde afstanden tijdens een training of je zwemprestaties. In die
trainingskampen verzorgden vele ouders de hele groep kinderen. Drie weken lang
werd er eten bereid, tafels gedekt, afgewassen, heimwee-neigingen gesust door
o.a. de dames Bakker, Rijpma, van de Mast en ook mijn eigen ouders (voor de
insiders Vader en Moeder Ollie). Opa Poldervaart kwam wel eens kisten met
aardbeien brengen, maar de meeste hoeveelheden eten en drinken werden door Jan
van den Hoorn naar het trainingskamp gebracht.
Op een gegeven moment was er geen kaas meer als broodbeleg en het budget was
waarschijnlijk al grotendeels aangesproken, maar toen er een “ouderdag” werd
georganiseerd, konden er pannenkoeken met een flesje drinken gekocht worden door
alle bezoek(st)ers en zo was er weer geld om kaas te kopen voor al die hongerige,
druktrainende KZC’ertjes.
Ooit na een training kregen wij van de Winkelse zwemdirectrice het verzoek om
gebitten op te duiken uit de modderige bodem. Ik geloof dat wij een tiental
gebitten gevonden hadden, waar dan ook nog voor betaald werd als beloning voor
ons duik- en moddergraaiwerk.
Beroemd waren in die tijd ook de Eerste en Tweede Paasdag.
Op eerste Paasdag was er het traditionele eieren zoeken in het Heemskerkse duin.
Dit waren zo’n 300 hardgekookte eieren. In latere jaren werden er
chocolade-eieren verstopt in konijnenholen, in boomtakken en zelfs bovenop een
wiebelende paal, hetgeen uiteraard “noodlottig” voor de durfal, die de paal
in klom!
Op tweede Paasdag zijn wij als KZC meerdere jarenlang gaan lopen over het strand
van Wijk aan Zee naar Egmond aan Zee. Eten en drinken mee voor onderweg en
eenmaal in Egmond aangekomen, de speeltuin in en later met de bus terug naar
Beverwijk.
Wij zijn ook een paar jaar in contact geweest met de Broomfield Park Swimming Club uit Londen. Wij werden ondergebracht bij gastgezinnen, trainden, zwommen wedstrijden en (als je geluk had) werd je door je gastouders meegenomen om de beroemde plekken van Londen te zien. (Thijs en Johan geloof ik niet, die zagen alleen de binnenkant van hun gastgezinhuis met o.a. Ian’s room, Ian’s bed, Ian’s chair en weet ik veel wat die Ian allemaal had}.
In die tijd was het ook gebruikelijk, dat je vrijwilligerswerk deed voor KZC net als tegenwoordig en voor mij is dat het lesgeven bij Elementair zwemmen geworden in de eerste plaats. Ik heb dat 17 jaar gedaan, waarvan ik 9 jaar de leiding had en een plaats had in het bestuur van de club.
Daarnaast organiseerde ik ook gedurende 9 jaar de gezellige klaverjasavonden samen met Thijs Böhm, de vader van Frank. Thijs kocht de prijzen, controleerde de uitslagen tijdens die avonden en ik brulde de prijswinnaars naar voren elke avond. Negen avonden in evenzoveel maanden. Eenmaal thuis ging ik een verslag voor de clubkrant maken. (Hé, waar ken ik dat toch van?!). Aan het eind van de competitie maakte ik een uitgebreid verslag en hield “klaverjas-clubrecords” bij in de stijl van de allerhoogste – en allerlaagste partij die er gespeeld was. Het hoogste totaal van 1 avond, de meeste marsen in 1 compleet seizoen enz. Ook al gebeurt dit tegenwoordig niet meer, tòch weten sommige mensen nog steeds zo’n record te noemen!!! Zelfs de houten klassementsbeker “leeft” nog steeds, al is het bijna van de houtwurm.
1988, de ommekeer voor mij in de actieve zwem- en
waterpolosport.
Ik moet een hartoperatie ondergaan. Ik krijg een metalen aorta-klep, omdat de
originele versie niet helemaal meer goed sloot. Resultaat; Ik voelde mij weer
stukken beter, maar mag daarna niet meer actief sporten. Dat was (en is) even
flink balen! Wat nu?
Ik werd ook lid van een duikvereniging, (ik heb nou eenmaal wat met water, geloof ik), omdat duiken een rustige sport is, maar ik had even geen rekening gehouden met de drukverschillen onder water. Bij navraag bij een arts van de Marine in Den Helder hoorde ik, dat ik risico’s zou lopen als ik toch de diepte in ging om al dat moois onder water te gaan bekijken. Ik ben toen zwemtechniek- en conditietrainingen gaan geven bij die club, maar na een 5-tal jaren ben ik daar toch maar weggegaan, omdat ik het toen wel genoeg gezien had langs de kant van een Spaanse Costa of allerlei Nederlandse duikstekken.
Ik
ging mij weer meer bemoeien met KZC en nam het coach-schap (of kootsj-schap?)
langzamerhand over van Jaap Kerkman, die in die tijd met Maartje weer
terugverhuisde van Beverwijk naar Zandvoort.
En dat kootsjen, DAT doe ik op dit moment nog steeds bij KZC met
veel plezier, waar in het derde team, HEEREN-3 (let op de E’s),
gezelligheid troef is met de harde kern van 4 zeer oude leden, te weten Piet van
den Hoorn, Thijs Bakker, Paul Lameijer en ondergetekende. Paul als “Paul” en
ik als “De Kootsj” maken er de laatste jaren een sport van om van elke
wedstrijd een verslag te schrijven en die in de clubkrant te plaatsen.
Sinds dit seizoen 2002 – 2003 staan wij ook elke maand op internet op de
site www.vijfdeperiode.nl . Kijk
er eens naar als je dit gelezen hebt, dan KUN je op de hoogte blijven van alle
waterpolo-prestaties van KZC!!!
Het gezelligste moment bij de Heeren is nog onze eigen 5e periode, die zich in het clubhuis afspeelt en altijd bitterbal-beregezellig is, nietwaar Gert Jan? Gert Jan zorgt als het even kan telkens voor een schaal bittergarnituur, waarbij wij het één en ander wegspoelen met een lekker glaasje. Wat er in zo’n glaasje zit, laat zich raden, maar ik zal jullie vertellen dat dit geen vitaminedrankjes zijn. Kortom gezelligheid troef bij de HEEREN!!!
Wat ik eigenlijk nu nog vergeet, is dat ik in 1988, na mijn
hartoperatie, door de toenmalige voorzitter Rob van Noordt, gevraagd werd of ik
een reünie zou willen organiseren, terwijl ik aan het revalideren was. Ik heb
daar serieus over nagedacht en heb “Ja” gezegd tegen hem.
Ik verzamelde een
aantal mensen om mij heen te weten Thijs Bakker, Paul Lameijer, Piet van den
Hoorn (hé, staan jullie al niet eerder genoemd?), Cora de Goede en Hans van de
Mast.
Gezamenlijk hebben wij vele uren in de organisatie gestoken om
uiteindelijk op 29 mei 1989 een gigantische reünie van zo’n 250 mensen
geregeld te hebben, waarbij een koud buffet plus een barbecue aanwezig was. ’s
Middags werd er op de speelweide van het Sportfondsenbad (de speelweide bestaat
nu niet meer) een groepsfoto gemaakt, welke nog steeds in het clubhuis te
bewonderen is. De dag duurde van 15.30 uur tot 03.30 uur ’s nachts en iedereen
had het enorm naar zijn/haar zin. Een aantal dames zijn zelfs een aantal maanden
later nog naar een Centerparcs-park gegaan om nog even na te kletsen!
Waarom ik dit nu persé aan het eind van dit verhaal vertel?
“L’histoire se repète”, zeggen de Fransen en wij zeggen dan “De
geschiedenis herhaalt zich”.
Momenteel heb ik wéér plaatsgenomen in een KZC-jubileumcommissie op verzoek
van Greetje Uylings (de vrouw van Peter), en zijn wij vanaf maart / april 2002
met een aantal mensen bezig om te brainstormen over activiteiten voor het
Jubileumjaar van KZC.
In overleg met het bestuur hebben wij een aantal plannen geopperd en de
haalbaarheid daarvan besproken. Wij zijn op dit moment, december 2002, steeds
drukker bezig om onze plannen gestalte te geven, want op 1 januari 2003 bestaan
wij 50 jaar als Kennemer Zwem Club.
En DAT gaan wij vieren!
Leden en oud-leden, ouders, sponsoren, adverteerders en
andere belangstellenden, die K.Z.C. een warm hart toedragen, ik hoop dat jullie
allemaal een graantje kunnen ‘meepikken’ van de gezelligheid van onze zwem-
& waterpolovereniging.
Ik spreek jullie nog
wel!
Tot
ziens namens Peter Olthoff, (alias
Ollie, alias De Kootsj).
P.S. Mocht je nou een soort “heimwee-gevoel” hebben en wil je (persé) donateur worden, dan kan dat gewoon! Meld je bij de Jubileumcommissie of in het clubhuis “De Drijver”, want DAAR liggen de inschrijfformulieren van onze Supportactie. Je doet dan direct mee aan een loterij 4 keer per jaar met fantastische prijzen. Dank jullie wel!