Dertig van de Vijftig jaar KZC

Er zullen heel wat leden en oud-leden herinneringen kunnen ophalen aan hun lange jaren bij de Beverwijkse zwemclub. Zelf ben ik een (tenminste volgens mijn eigen kinderen) stokoude zwemmer die desondanks ‘pas’ 30 jaar van de partij is. Hoe dat alleen al zo gekomen is moeten jullie toch eens horen: even een sprongetje in de tijd!
Een verzamel- en hangplek voor veel opgeschoten Heemskerkse, Beverwijkse en Castricumse jongeren was in de zestiger en zeventiger jaren het (toen nog) open zwembad de Waterakkers. De fanaten (zoals ook ik) hadden seizoenabonnementen, en waren trots op het verdwijnen van die hatelijke rode streep daarop als je eindelijk zestien was (al was ie dan wel een stukkie duurder!). Daar kwam ik als leerling van Pius X- (later Augustinus- en Kennemer College) de KZC-ers Joost Dekker en Marijke Zwart (van de O.S.G., later Berlingh- en Kennemer College) tegen: begrijp me goed, dat OSG en Pius X ooit zouden fuseren zou geen zinnig mens zich toen in zijn hoofd hebben gehaald!  Joost, een leeftijdgenoot van me die ook op Pius X zat, werd op school algemeen als een zwemcoryfee gezien: hij zwom Nederlandse kampioenschappen, deed uit trainingsoverwegingen wel eens niet mee met gym (daar was iedereen zwaar van onder de  indruk!) en er gingen zelfs geruchten dat hij ‘om onder de minuut te komen’ naar Amerika zou gaan. Zolang als Joost op KZC zwom heb ik dan ook tegen hem opgezien, hoewel we niet meer dan één of twee jaar gezamenlijk hebben gezwommen denk ik.
Marijke werd mijn vriendin, en we brachten menige zaterdag in de duinen door tot haar vader Piet Zwart (nu clubgenoot van me bij de Beverwijkse schaakvereniging de Wijkertoren) haar voor de simpele keus stelde: óf Marijke ging van KZC af, óf ik ging erop, want voor spijbelen in de duinen betaalde hij die dure contributie niet. We vonden dat toen allebei nogal flauw (nu trouwens heel logisch), maar zo ben ik dus bij KZC terecht gekomen, het zal zo’n beetje september 1972 geweest zijn.
M’n eerste training vond zaterdagmiddag in de breedte plaats, onder Jan van den Hoorn. Door de diehards die vijf keer in de week trainden werd dat als spelevaren gezien, maar als beginner was ik er compleet total loss van! Als jongen van negentien, twintig was ik natuurlijk vooral onder de indruk van tal van fraaie meiden die ook nog eens goed konden zwemmen: Atie van de Hoorn, Elly van Eerden.. afijn, ik was natuurlijk met Marijke. Het tijdperk George Sieverding was net afgelopen, en KZC onderhandelde met Rob Vonk als nieuwe trainer. Rob bleek een geweldig enthousiaste trainer te zijn als hij zich ’s ochtends niet versliep, wat helaas vier van de vijf keer gebeurde.  Willem Mooy, Bart Brieffies, Annelies Dirks, Cora de Goede waren de snelle namen, Peter Olthoff en Joost Dekker waren het wedstrijdzwemmen zo’n beetje aan het afbouwen. Cora vertelde me vrolijk dat ‘dat zwemmen van me  nog wel ging, maar dat ik keerde als een drol in de piespot’, iets waar ik trouwens Joep en Marjolein ook regelmatig op betrap.
Ochtendtraining begon toen ook al om zes uur, maar zoals gezegd was dat voor Rob Vonk regelmatig te vroeg. Zo kwam het dat op mijn eerste vroege training mevrouw Mooy aan de badrand stond (ze weet het misschien zelf niet eens meer), en ik door het goed doortimmerde schema al na een kwartier alleen maar sterretjes zag. Veel ochtendtrainingen heb ik dan ook nooit gevolgd.
Iedereen van KZC polo-de trouwens! De meiden van de opkomende generatie, een flinke groep vijftien en zestienjarigen, waren misschien nog meer in de winning mood dan nu het stel van Charmy, Annemiek, Sanne, Fleur, Kim, Kirsten, Marjolein enz. Veel min of meer leeftijdsgenoten van Marijke (topkeepster) vormden samen een dodelijk team voor alle ‘taarten van twintig’ uit de omgeving, die dan ook onveranderlijk met tien tot twintig doelpunten om de oren de teil ingingen. Het was de basis van het latere dames hoofdklasse team van KZC: Elly Spijker, Ingeborg Deppe, Hella Poldervaart, Karina Mooy, Marjan Slangen, en natuurlijk het ‘zwemduo’ Cora de Goede en Annelies Dirks. Een groot deel van de vereniging was toen katholiek en zat met Kerstmis allemaal braaf in de Onze Lieve Vrouw van Goede Raad, waar Willem Mooy nog wel eens fluit speelde. 
Ook de heren knapten van talent, en het werd me al snel duidelijk dat zwemmen ‘op latere leeftijd’ heel wat makkelijker bij te benen was dan zo’n balsport met niet meer dan je neus boven water (als je geluk hebt), wanneer je dat niet tenminste vanaf je tiende of twaalfde geoefend hebt. Zo komt het dat Joep of Marjolein als ze er eentje ingooien nog steeds te horen krijgen: zijn jullie écht van Uylings? De waarheid is dat Greetje bij AZVD (Assendelft) heel wat meer gepolo-ed heeft dan ik (ik zie Rob Heemskerk nog uitroepen ‘moet dát erin??’ toen bleek dat ook papieren reserves een paar keer moesten spelen). De bal halen lukte nog wel, als ie niet in één beweging de kant opging.
De uitwisselingen met ‘de Engelsen’ – nu ook weer met het jubileum – borrelen ook direct naar boven. Vóórdat je de hoovercraft inging effe uitvinden hoeveel patat en bier je bij elkaar in België opkon zonder onderweg misselijk te worden, hè Thijs?. De meesten werden bij gastgezinnen ondergebracht, de laatkomers Frank Böhm en ondergetekende moesten in het hotel samen in de bruidssuite: stel je er vooral niet teveel van voor,  een gammel tweepersoons bruidsbed met een kuil in het midden zodat we de hele nacht tegen wil en dank naar elkaar toegleden, Wilma was er helemaal jaloers op. Onder de bezielende leiding van Marjan en Thijs Lablans (speelt tennis en zingt onderweg) moest er gezwommen worden, ook al niet eenvoudig in Engeland: 100 m (min of meer) in welgeteld drie banen!! En dat terwijl je vlak van tevoren zo afgevoerd was in het gastgezin dat iedereen wel zwanger van een tweeling leek. Geen toeval dat half KZC bij de groepsfoto in de poep ging staan, maar goed.
Waar moet je het ook persé over hebben? De historische martelpraktijken van Frank van de Akker waar menigeen nog heimwee naar heeft, in de Waterakkers trainen tot het donker is en je uit het bad van de trap valt (ook van vermoeidheid), daarna ijs bij Verdonk. En de Diana en FAB lijnen, heel KZC werd zowaar modieus.
Het verschijnsel Wouly de Bie, die met zijn 2,07 m zo sterk was dat hij met een verschrikkelijke poloslag 25,5  over de lengte van het Sportfondsenbad zwom. Superkeeper, hield zelfs tater-ballen en trok daar originele grimassen bij.
De polotoernooien, Oldenzaal, Nijverdal, Deventer, je weet wel! Cora die met geen kanon wakker te maken is (miste daardoor midden overdag nog wel eens een wedstrijd) en leuke verhalen vertelde in haar slaap. Enz, enz, enz maar.. wie kan nu dertig jaar in anderhalf A4-tje vertellen? Het lijkt me veel beter op het jubileum gezellig met een biertje aan de bar van het clubhuis al dat goud van oud eens grondig met elkaar op te halen.
Als de jeugd ons niet uit verveling wegtrapt, natuurlijk.

Peter Uylings.

 

Terug