Mijn KZC herinneringen
Door Ruud van Zundert

Er komt 1 woord naar voren als ik aan KZC denk: ‘hard’. Dit is niet negatief bedoeld en het resultaat was dat ik toen ontzettend fit en sterk was – een fitness die ik later niet meer heb kunnen halen. Je kent het wel : ‘no pain, no gain’.
In het begin van de jaren 70tig was ik 12 jaar oud. Maandag tot vrijdag was het opstaan op 5:30 uur, zwemmen van 6:00 tot 7:00 en dan gauw naar huis om te ontbijten. Vervolgens naar school met rooie tranende oogjes (van het. chloor) – ik moest altijd aan de voorkant van de  klas zitten om het bord te zien!

De coach – George Sieverding – vond dat ik de schoolslag helemaal opnieuw moest leren! Het was of alleen met je armen zwemmen, of alleen met je benen. Wat vermoeiend en wat langzaam!
Wel heb ik het record voor 50m gehad (40 sec) – helaas maar voor 1 dag, want Anton van der Mast had het gelijk verbeterd! Leuk hoor.
Soms was er maar weinig ruimte gedurende de zwemtraining. Het water zag eruit alsof het water aan het koken was. Als je naast Anton zwom werd je vaak door zijn voeten geschopt ;-)

Zaterdag ‘s morgens (en soms zondags) hardlopen met o.a. de coach, Peter Slobbe en Sjoerd Rijpma . Meestal een klein groepje maar soms ook vrij groot. Het was joggen, sprinten, sit-ups, press-ups, en dan natuurlijk de beruchte Kruisberg in de duinen van Heemskerk.  Dat betekende naar de top sprinten, dan naar beneden achter de berg, en dan om de berg naar het begin – en dat 10 keer! Elke week weer een ‘personal best’ en misschien het ‘record’.
Een ander deel was een 16km route – Peter Slobbe had daarvan het record geloof ik.
In 1970 ging een grote groep mensen naar de plaats Winkel in Noord Holland. Drie weken hard trainen. Ik had een tent met Bas (?). Enorme vooruitgang gemaakt – maar dat water was zo koud en dat bad zo groot (50 meter lang en 35 meter breed)!
Later in het jaar richting Leeuwarden voor de Nederlandse Zwemkampioenschappen. Fantastisch! Ik zou de schoolslag doen. Vlak daarvoor kreeg ik een massage – nog nooit zo lekker los gevoeld! En toen die race. De verwachting was hoog. Ik zwom zo snel dat ik vergat te ademen, en ineens – in plaats van lucht – slikte ik water . Dat was het einde van mijn race.

Waterpolo was een erg leuk gedeelte. De regel dat je niet iemand anders onder mocht duwen werd vaak ‘genegeerd’ maar dat was zo. Je moest sterk en fit zijn, in staat om de bal goed te behandelen en dan goed kunnen doorgeven. Een echte teamsport.
Een ander gedeelte was het zwemmen in openbaar water. Spieren moest je warm houden door veel vet op je lichaam te doen – het stonk maar het werkte.
Ik woon als sinds 1974 in Engeland en denk vaak aan die tijd, maar nu ik een beetje ouder ben doe ik het wat rustiger.

                                                           Ruud van Zundert.

Terug