Vrienden

Het is altijd leuk om weer eens contact te hebben met het verleden. Nog altijd bewaar ik bijzonder goede herinneringen aan de vroege jaren zeventig. Ik zal trachten dit in een kort verhaaltje aan te geven.  

KZC - Sportfondsenbad Beverwijk - Heemskerker duingebied - Winkel!

Begin jaren zeventig werd ik, George Sieverding, trainer van KZC Beverwijk. Niet in het bezit van een auto, reed ik dagelijks in alle vroegte op de brommer vanuit Schalkwijk (andere kant van Haarlem) over de pont naar het Sportfondsenbad van Beverwijk. Midwinter raakte ik regelmatig zo bevrozen, zoals de Belgen zeggen, dat ik niet in staat was om het zwembad met mijn sleutel te openen. Weldra werd het vervoersprobleem opgelost en verscheen een echte Volkswagen. Uiteindelijk ging alles goed en was ik blij de opvolger te zijn geworden van de familie Smits. die ontzettend veel en goed werk hadden verricht. 

Als eerste werd een aantal doelen gesteld namelijk:
- promotie naar de A - competitie, nog altijd de hoogste landelijke zwemcompetitie;
- een opzetten van een sterk langebaan zwemteam;
- het structureel opzetten van het waterpolo; waarvoor een aantal zaken drastisch diende te worden bijgesteld.
 

Direct verscheen de conditietraining in beeld. Hardlopen in het Heemskerker duingebied bij de Patatoloog. Vele kilometers werden versleten met als absolute uitblinkers: Sjoerd Rijpma, Peter Slobbe en "sprinter" Ruud van Zundert. Het samenwerkingsverband met de wielervereniging DTS uit Zaandam leidde tot bijzondere uitdagingen tussen beide groepen in een geweldige sfeer, waardoor uiteindelijk ook de fameuze driekamp ontstond, een voorloper van de latere triathlon! 

Het waterpolo werd helemaal vanuit de basis, het pupillenpolo, opgezet. Alle zwemmers en zwemsters speelden vanaf die tijd defintief waterpolo en de uitslagen bij de pupillen en adspiranten waren overweldigend. Uiteindelijk verscheen de heer Mooij in beeld als assistent en hij zou terecht uitgroeien tot het boegbeeld van de waterpolo successen. 

De langebaanploeg floreerde al vrij snel, mede door de komst van Hans Prins en José Heeremans. Hans zou de eerste IJsselmeermarathon, van Stavoren naar Medemblik over 25 km., winnen en dit kunststukje later nogmaals herhalen. In het verlengde van Hans zorgde Annelies Dirks voor grote successen.

De A - competitie werd bereikt en ook daar bleek Annelies een enorme punten verdienster te zijn net als Leo Sinkeldam bij de mannen. Om ook op de kampioenschappen goed voor de dag te komen werden trainingskampen in Winkel, het natuurbad met de zandbodem, georganiseerd. Er werd in tenten geslapen en de kookstaf, onder leiding van onder andere mevrouw Bakker en de familie Olthoff verzorgden de ploeg. Tijdens de nationale zwemkampioenschappen werden dan de vruchten geplukt met als bijzonder hoogtepunt de 1.500 meter vrije slag van sprinter Frank Philipoom. Frank opende zo snel en stortte daarna helemaal in, dat de speaker de hele dag bij iedere volgende serie omriep: "maar nog niet zo snel als Frank Philipoom in de eerste serie".  

In de eerste periode werkte ik in het Sportfondsenbad. Later werd ik gymnastiekleraar op de Openbare LE.A.O.-school. Zodoende kwamen de zaaltrainingen van de grond. Circuittrainingen zo zwaar dat ouders zich meer dan eens hardop afvroegen of dit wel gezond was.
Doch deze A.L.S. ( Algemene Lichaam Scholing ) zorgde voor een lange reeks successen.
 

Ook de presentielijsten uit die periode heb ik nog altijd bewaard en een enkele keer kijk ik daar nog naar en stuit op namen die nog steeds op de één of andere wijze zijn betrokken bij de zwemsport. Van den Hoorn, Lameijer, Olthoff en Bakker, altijd weer leuk om te horen en of te lezen.
Met Annelies Dirks en Frank Philipoom en hun gezinnen heb ik nog altijd contact. Recentelijk is daar Ruud van Zundert, woonachtig in Engeland, bijgekomen. Deze contacten beschouw ik nog immer als zeer waardevol en herinneren mij telkenmale aan een fijne tijd.
 

Ik hoop dat iedereen op zijn / haar eigen wijze goede herinneringen aan 50 jaar Kennemer Zwem Club heeft en dat de festiviteiten het succes worden, waarop de organisatie rekent. Misschien tot ziens!

                                                      George Sieverding

 

Terug